07 jan Uurloongrenzen lage-inkomensvoordeel 2022
Uurloongrenzen per 1 januari 2022
Het LIV is net als het lage-inkomensvoordeel voor jongeren (jeugd-LIV) en de loonkostenvoordelen (LKV’s) een tegemoetkoming die werkgevers kunnen ontvangen per verloond uur.
Om in aanmerking te komen voor het LIV moet u ervoor zorgen dat het uurloon van uw werknemer gemiddeld over het hele kalenderjaar minimaal 100% en maximaal 125% van het wettelijk minimumloon is.
100% | 125% | |
Gemiddeld bruto per uur | € 10,73 | € 13,43 |
De tegemoetkoming bedraagt € 0,49 per verloond uur en kent een bovengrens van € 960 per werknemer per jaar.
Verloonde uren zijn de uren waarover loon wordt betaald. Dit zijn:
- de contracturen, dat wil zeggen de uren die de werkgever met de werknemer is overeengekomen. Daaronder vallen ook niet-gewerkte, maar wel volledig uitbetaalde uren. Bijvoorbeeld verlof of ziekte.
- de uitbetaalde extra uren die een werknemer werkt, zoals uitbetaalde overuren. Daaronder vallen ook niet-opgenomen, maar wel volledig uitbetaalde verlofuren.
Verloonde uren zijn niet:
- niet-gewerkte onbetaalde uren, bijvoorbeeld onbetaald verlof;
- wel gewerkte, maar onbetaalde uren, bijvoorbeeld adv-uren (arbeidsduurverkorting), of onbetaalde overwerkuren.
Uurloongrenzen jeugd-LIV pas halverwege 2022 bekend
De uurloongrenzen voor het jeugd-LIV worden afgeleid van het minimumloon over het hele kalenderjaar 2022. Deze worden daarom pas vastgesteld zodra het wettelijk minimumloon per 1 juli 2022 bekend is.
Voorwaarden LIV
De werknemer moet voor het LIV aan een aantal voorwaarden voldoen:
- De werknemer heeft in het kalenderjaar minimaal 1.248 verloonde uren binnen een organisatie
- Het gemiddelde uurloon per kalenderjaar van de werknemer is minimaal 100% en maximaal 125% van het wettelijk minimumloon bij een werkweek van 40 uur
- De werknemer is verzekerd voor een of meerdere werknemersverzekeringen
- De werknemer heeft de AOW-leeftijd nog niet bereikt
Geen actie nodig voor aanvragen LIV
Voor het aanvragen van het LIV hoeft u geen actie te ondernemen. Het UWV beoordeelt aan de hand van uw loonaangiften of u aan de voorwaarden voldoet. Vervolgens stuurt het UWV de informatie naar de Belastingdienst. Deze neemt de uiteindelijke beslissing. U krijgt vóór 15 maart een voorlopige berekening en u kunt tot en met 1 mei correcties over het voorgaande jaar sturen. De definitieve berekening van het LIV ontvangt u altijd vóór 1 augustus.